top of page

Die Schlange, das unbekannte Wesen. In der Kulturgeschichte, freien Natur und im Terrarium

Klaus Zimniok

Landbuch-Verlag GmbH, Hannover, 1984. ISBN 3784202942. Prijs ƒ 23,50. 

Hoewel ik al een jaar of vijf slangenhouder ben, wist ik tot voor kort nog niet precies hoe het komt dat slangen mij zo fascineren. Ben ik er, leuke paradox, eigenlijk bang voor? Aanvankelijk was ik dat zeer zeker, maar als ik ze daarom hield, zou ik mijn dieren nu de deur uit kunnen doen, want echt bevreesd ben ik nu niet meer voor slangen, niet in het algemeen, en al helemaal niet voor mijn mooie en on-schuldige Elaphe guttata en Elaphe taeniura friesei in het bijzonder. Zijn het dan de schitterende kleuren van sommige slangen die mij intrigeren? Mogelijk, maar waarom vind ik dan niets aan zo mogelijk nóg kleurrijkere vogels of vissen? Is het het gedrag van slangen? Dat is alleen plausibeler verklaring voor mijn fascinatie. Hoe langer ik mijn eigen dieren observeer en hoe meer ik lees over slangen, des te meer ik me verbaas over bijvoorbeeld het ongelooflijke aanpassings-vermogen van deze dieren, of over hun predator-, prooi- of broed-gedrag; of hun onvoorstelbare vermogen ontberingen goed te door-staan; om nog maar niet te spreken over de zintuiglijke uitrusting van sommige slangesoorten. 

Na lezing van het hierboven genoemde boekwerkje van Zimniok kan ik de aan mijzelf gestelde vraag eenduidiger beantwoorden: los van de geldigheid van de opmerkingen in de vorige alinea is wat mij het meest fascineert aan slangen, hoe de mensheid in de loop van haar bestaan op deze dieren heeft gereageerd. Mijn Christelijke opvoeding heeft mij stangen altijd zeer eenzijdig gepresenteerd als vertegen-woordigers van het kwaad en in mijn omgeving hoor ik nog regel-matig daardoor geïnfecteerde, stereotiepe opmerkingen. 

Maar wie verder kijkt dan het Christendom, komt terecht in culturen waarvan de vertegenwoordigers een verrassende kijk hebben óp, of omgang hebben mét slangen. Welnu, Zimnioks boek is voor her-petologen die iets van mijn opvattingen delen, heerlijke lectuur. Naast ‘concrete’ zaken aangaande slangen - waarover hieronder meer - zijn het vooral de hoofdstukken over bijvoorbeeld Der Mythos von der Urschlange, Die Schlange in der Antike und im Christentum, Verehrung der Schlange en Schlangenbeschwörung die mij zeer ge-boeid hebben. Op losse conversatietoon laat Zimniok de lezer ge-nieten van zijn herpetologische eruditie en zijn dito ervaringen, want, behalve dat hij zelf slangenhouder is van onder meer ‘Tini’, een Indiase cobra waarover hij ons aan het begin van elk hoofdstuk een ervaring vertelt, heeft hij veel herpetologische studiereizen ge-maakt. Het is in deze hoofdstukken, dat de in de mythische slang ge-ïnteresseerde aan zijn trekken komt. 

Zimniok bevredigt deze behoefte uitstekend, maar ook anderszins in slangen geïnteresseerden zullen veel plezier aan dit boekwerkje beleven. Het bevat immers ook erg praktische onderwerpen als Schlangenfang, Schlangenfauna und ihre Erforschung, Liebe unter Schlangen, Die Giftküche der Schlangen, Schlangeterrarium en Schlangen für das Terrarium. 

Zowel in zijn theoretische (filosofische, mythische zo u wilt) als in zijn praktische hoofdstukken, verstrekt Zimniok wetenswaardige gegevens. Wat het eerstgenoemde betreft, heeft hij mij verrijkt met een groot aantal voor mij nieuwe opvattingen over de status van slangen in andere culturen en tijden en, zeker zo interessant, hoe er in andere culturen met deze dieren wordt omgegaan. Ik vind het boeiend daar de opvattingen van onze Westerse, over het algemeen toch Christelijke beschaving tegenover te zetten. Ook de meer praktische hoofdstukken heb ik met plezier gelezen. Veel (voor mij) nieuwe gegevens over bijvoorbeeld de giftigheid van slangen, de gevolgen van hun beten, de behandeling e.d. ben ik rijker geworden. 

Het boekje is klein van formaat, maar indrukwekkend van inhoud. Het telt 18 pagina’s met kleurenfoto’s, voornamelijk door de auteur gemaakt. Dit laatste impliceert, dat u geen foto’s zult tegenkomen die al talloze malen in andere herpetologische werken hebben gestaan. Het werk kent een uitgebreide bibliografie met een grote diversiteit aan titels. Zowel de praktisch ingestelde herpetoloog als de wat meer naar de mythe neigende slangenliefhebber treft er veel van zijn gading aan. Hoewel al in 1984 verschenen, is het boekje geenszins gedateerd te noemen. Een aanrader. 

Eerder verschenen in Litteratura Serpentium 12 (1992), 69-70.

bottom of page