top of page

SLANGEN EN DE DOOD 

Graven in de oudheid 
Als de Trojaanse held Aeneas zijn minnares Dido, koningin van Carthago, stiekem verlaten heeft, zet hij met zijn krijgsmakkers koers naar het eiland van Acestes, waar het stoffelijk overschot van zijn vader al weer een ‘jaarkring van maanden’ rust. Aeneas wil van de gelegenheid gebruik maken om het graf van zijn vader te be-zoeken en er een erefeest te vieren. Daartoe ‘plengde [hij] plechtig twee bokalen wijn, twee melk, twee heilig offerbloed’ op het graf . Vervolgens roept hij zijn vader aan. Als reactie komt er een slang tevoorschijn gekropen: ‘in zeven kronkels gleed het lange lijf, de grafterp en het altaar rustig om, met blauw gevlekt op goudge-schubde rug, zo bont als een boog aan ’t zwerk.’ Aeneas ziet de slang langs het vaatwerk glijden, de offerspijs oplikken en zich weer in het graf terugtrekken. 

De toekomstige echtgenoot van Lavinia heeft deze bijzondere ge-beurtenis met voldoening aanschouwd. Deze voldoening is voor moderne lezers mogelijk niet direct duidelijk. Ze heeft te maken met de volgende, antieke opvatting. In de oudheid stelde men zich de voorvaderen, in het bijzonder de heldhaftigen onder hen, voor als slangen (ook wel draken). Ook na hun dood moesten deze voor-vaderen gevoed worden. Dat kon men doen op de hierboven be-schreven wijze van Aeneas, door de offergave óp het altaar te zet-ten. Maar een vloeibaar offer werd ook wel eens in een gang ge-goten die in de grafheuvel was gegraven. De doden konden, zo dacht men toentertijd, het geofferde voedsel en drinken alleen maar tot zich nemen als zij zich op een of andere wijze wisten te verstoffelijken. Dat ze dat deden in de gedaante van een slang is gemakkelijk te begrijpen. De slang werd immers als een chtonisch dier gezien, dat wil zeggen, als behorend tot de aarde. Ze komt onverwacht tevoorschijn uit holen en rotspartijen en verdwijnt daar ook weer even geheimzinnig in. Op deze wijze kon ze gemak-kelijk de functie van boodschapster tussen het boven- en onder-aardse toebedeeld krijgen. 


‘Moderne’ graven
Graven met een christelijke signatuur, zullen niet gemakkelijk met een heidens icoon gesierd zijn. Daarom leek het me aardig om bekendheid te geven aan de hier opgenomen afbeelding, die ik aantrof op een graf op het Cimetière de Montparnasse in Parijs. Op de verticale steen is naast de gegevens van de dode een metalen plaquette aangebracht. Daarop is te zien hoe een slang zich om een kruik kronkelt en de erin aanwezige offergave lijkt op te drinken. Of hebben we misschien te maken met een as-urn, en wil de tot een slang gemetamorfoseerde dode zich na het nuttigen van een offer-gave weer terugtrekken in de urn om opnieuw tot stof te vergaan?

Literatuur
Vergilius, Aeneis. In Nederlandse verzen nagevolgd door Dr. A. Rutgers van der Loeff. Antwerpen, 1979. In het bijzonder zang V, 75-93. 
Küster, E. Die Schlange in der griechischen Kunst und Kul-tur. Gießen, 1913. 

Eerder verschenen in Litteratura Serpentium, 24 (2004).

De mens als prooi

 

In Litteratura Serpentium jaargang 30 (2010), heeft Ruud de Lang een interessante bijdrage geschreven over rampzalige ontmoetingen tussen mens en reuzenslang. Uit recente berichtgeving blijkt dat zijn artikel van toen nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Onderstaande verschrikkelijke gebeurtenissen moeten dan ook gezien worden als een bescheiden toevoeging aan zijn lange lijst van gevallen, die liep tot aan 2010.

 

In The Guardian van 26 oktober 2022 berichtten Rebecca Ratcliffe en Reno Surya over een 54-jarige plantagewerkster op Sumatra, die ten prooi was gevallen aan een python van zo’n zeven meter. Jahrah, zoals de vrouw heette, was ’s morgens naar haar werk vertrokken, maar ’s avonds niet teruggekeerd naar huis. Haar man rapporteerde haar vermissing en ging naar haar zoeken. Op de plek waar ze gewoonlijk werkte, trof hij enkele attributen van haar aan: haar sandalen, haar hoofddoek,  jasje en de gereedschappen die ze gebruikte voor haar werk. Hij alarmeerde anderen en niet al te lang daarna ontdekten ze vlak bij de plaats waar de vrouw was verdwenen, een python. Het dier werd er al snel van verdacht iets te maken te hebben met de verdwijning van de vrouw, en nadat het was gevangen, troffen ze de vrouw inderdaad in de maag van het dier aan. Normaliter prederen pythons op kleinere prooien en zijn menselijke slachtoffers zeldzaam. Er is waarschijnlijk sprake geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden: een hongerige python van een behoorlijke lengte en een potentiële menselijke prooi, die wellicht qua postuur geen probleem heeft opgeleverd; of mogelijk heeft de vrouw de python tijdens haar bezigheden verstoord, daardoor een schrikreactie bij het dier teweeggebracht, met rampzalige gevolgen.

 

De schrijvers memoreren in hetzelfde artikel een voorval uit 2018, waarbij een reusachtige python op het eiland Muna bij Sulawesi een vrouw had verzwolgen. Ze was haar tuin in gegaan die aan de voet van een rots lag, waarvan het bekend was dat slangen in de grotten ervan leefden. In 2017 was een boer op Sulawesi ook slachtoffer geworden van een hongerige python. Olivier en Hope vermelden beiden ettelijke, deels dezelfde, verhalen over mensetende slangen. Soms zijn het verhalen van ‘horen zeggen’ – met alle onbetrouwbare gevolgen vandien, maar er is ook sprake van verslagen die gerenommeerde herpetologen hebben opgetekend en die daarom geloofwaardiger zouden moeten zijn. Vaak blijken mensen inderdaad wel eens te zijn opgegeten door pythons of anaconda’s, maar evenzovele keren hebben dergelijke slangen weliswaar mensen gedood, maar hun prooi vervolgens niét verorberd. Dan zou er sprake kunnen zijn geweest van een vergissing van de slang of een onvoorzichtigheid van de mens.

 

Niettegenstaande de vele reportages die berichten over reuzenslangen die mensen eten, zijn herpetologen het er met elkaar over eens, dat slangen weliswaar mensen kunnen doden, maar dat zelden doen. Reuzenslangen kunnen veel grotere prooien dan mensen aan en het is dan ook intrigerend waarom er zo weinig mensen ten prooi vallen aan pythons en anaconda’s. Mensen zijn immers relatief zwak, hebben geen scherpe klauwen en reusachtige kaken om zich te verdedigen. Dat is met de gebruikelijke prooien van pythons en anaconda’s wel anders.

 

Bizar zijn de vele broodje-aapverhalen, die slangenhouders waarschuwen voor slechte intenties van hun reuzenslangen. Internet en Youtube staan er vol mee. Het bizarst is wel het verhaal van een slangenhoudster die met haar python in bed sliep. Het dier zou op enig moment gestopt zijn met eten en zich naast haar uitgerekt hebben, alsof hij haar wilde opmeten. Toen de vrouw met een dierenarts over deze verschijnselen sprak, schrok die, en zou de vrouw gezegd hebben dat haar lievelingsdier voorbereidingen aan het treffen was om haar op te eten. Mensen die méér kennis van slangen dan de dierenarts hadden, ontzenuwden de waarschijnlijkheid van deze verklaring op overtuigende wijze.

 

Er mag één gebeurtenis, gerelateerd aan dit onderwerp, niet onvermeld blijven. Die betreft de actie van Paul Rosolie, die zich uit idealistische overwegingen liet verslinden door een anaconda. Rosolie is al jarenlang werkzaam in het Amazonegebied, en ziet met lede ogen de teloorgang van dat leefgebied van zoveel dieren en planten aan. Hij wilde daar een discussie over uitlokken en riep daarbij de hulp van een anaconda in. Het interview met Paul is terug te vinden op de site van Televizier op de datum 1 december 2014. Het blijkt dat zijn actie de nodige weerstand opleverde en dat een petitie van Discovery om uitzending van de reportage te voorkomen, door 40.000 mensen werd gesteund. Die hadden allemaal medelijden met de slang, terwijl er vanwege de (moedwillig aangestoken) branden in het Amazonegebied, branden waartegen hij nou net met zijn stunt wilde protesteren, tijdens Pauls stunt duizenden slangen verbrandden. Een petitie om het regenwoud te beschermen kreeg  slechts 159 handtekening! Op Youtube is een video te zien waarin de anaconda – het zal wel een exemplaar van Eunectus marinus zijn geweest - weinig moeite schijnt te hebben met het verorberen van zijn belager. Paul Rosolie was gekleed in een speciaal pak met een zuurstofvoorziening en contactmogelijkheden met het team dat kon ingrijpen, en werd pas verzwolgen, nadat hij de anaconda daartoe met pesterijen had uitgenodigd. Hij is al tot zijn middel in de slang verdwenen, als het filmpje stopt. Uit het interview blijkt, dat Paul de nodige beschadigingen heeft opgelopen, maar dat de anaconda weinig last schijnt te hebben ondervonden van zijn ongewilde zwelgpartij. Het was niet de bedoeling van Paul Rosolie om te bewijzen dat reuzenslangen mensen kunnen opeten, maar hij heeft dat met zijn stunt wél gedaan.

 

Literatuur

Bellosa, H., Dirksen L., & Auliya, M., Faszination Riesenschlangen. Mythos, Fakten und Geschichten. München, 2007.

Olivier, James A., Snakes in Fact and Fiction. New York, 1958.

Pope, Clifford. H., The Giant Snakes. The natural History of the Boa constrictor, the Anaconda and the largest Pyhtons. New York, 1961.

Lang, Ruud de, ‘De netpython (Broghammerus reticulatus) en de mens eten elkaar: dieren, eet smakelijk!’ Litteratura Serpentium jaargang 30 (2010) 254-269.

​

Eerder gepubliceerd in Litteratura Serpentium 42 (2022), 163-167.

​

​

​

​

​

bottom of page