top of page

Met gespleten tong 

Zoo Informatie 2 van het Noorder Dierenpark 

Leuke boeken over herpetologie hoeven niet per definitie groot en duur te zijn. Wie bijvoorbeeld een postcheque van slechts ƒ 10,─ op-stuurt naar het Noorder Dierenpark, Postbus 1010, 7801 BA Emmen, krijgt bijna per omgaande een alleraardigst boekje thuis dat uit-gegeven is bij gelegenheid van de opening van het Aziëhuis in de mooiste dierentuin die ik ken. In 36 pagina's, waarvan er 24 geïllus-treerde tekst en de overige prachtige kleurenfoto's bevatten, is het voor zelfs de meest doorgewinterde herpetoloog nog smullen gebla-zen. Laat staan voor degenen, op wie deze kwalificatie (nog) niet van toepassing is. 


Laat ik eerst iets zeggen over het tekstgedeelte. De talige afdeling in dit boekje is op originele wijze vormgegeven: een 'tekstslang' kron-kelt zich 24 pagina's lang door het boekje en verrijkt de lezer in com-pacte taal met tal van herpetologische wetenswaardigheden. Na een inleiding met daarin opmerkingen over de slang in mythen en gods-diensten en specialismen van slangen, volgt een aantal hoofd-stukken waarvan de titels een indicatie van de inhoud gev-en: Vereerd en verguisd, handelend over de ambivalente houding van de mens ten opzichte van slangen; Geen poot om op te slaan, een stukje herpetologische archeologie en fysiologie; In vele soorten en maten gaat zoals te verwachten is over de grote verscheidenheid in de herpetologische wereld en informeert de lezer over eigenschap-pen van enkele families; Loeren en speuren is een aanvulling op het vorige hoofdstuk en bevat enkele saillante details over culinaire prestaties en jaaggedrag; het hoofdstuk Dodelijke perfectie laat de liefhebber kicken op toxicologische aspecten van gifslangen; in Slikken of stikken treft men nog meer culinaire zaken aan; Koekje van eigen deeg is niet zo'n leuk hoofdstuk voor slangenliefhebbers, want daarin loopt het slecht af met hun lievelingsdieren; wie niet weet hoe slangen huwelijksadvertenties plaatsen in de natuur en wat de consequenties daarvan kunnen zijn, is helemaal op de hoogte na lezing van Op vrijersvoeten, dat een logisch vervolg krijgt met Addergebroed, handelend over de het leggen van eieren, produ-ceren van levende jongen en broedgedrag van sommige soorten. 

Aan de afnemende dikte van de 'slang' ziet men tijdens het lezen van dit hoofdstuk, dat het met de tekst bijna is gebeurd. Het staartpuntje wordt gevormd door de naam van J.M. Meulemans, die in juni 1991 de laatste hand aan het manuscript heeft gelegd. Hij heeft zich voor-treffelijk van zijn taak gekweten. 

Behalve uitnemende tekst kent Met gespleten tong dito illustraties. Op de allereerste plaats zijn dat twaalf pagina's met uitsluitend kleu-renfoto's van prima kwaliteit. Hoogtepunt van deze afdeling is voor mij een foto, over de volle breedte van twee pagina's, van een Python sebae die bezig is een gazelle te verorberen. Toevallig dat ik enige tijd geleden een beschrijving van dit voorval tegenkwam in het herpe-tologische pareltje van Klaus Zimniok. Hij maakt melding van een fotoserie in Das Tier, die in 1982 nogal veel opwinding veroorzaakte. Van hem heb ik de wetenschap, dat de slang, alvorens ze aan haar maaltijd begon, met enkele kronkels van haar lichaam het gewei van de thomsongazelle had afgebroken (Zimniok, 1984, pag. 30). Het is leuk deze beschrijving te kunnen aanvullen met de foto zelf. 

Omdat de 'tekstslang' voornamelijk ruimte in het midden van de pa-gina's inneemt, blijft er in de brede marges erg veel plaats over voor illustraties. Een groot aantal kleine fotootjes van een breed scala van slangen illustreert dan ook op alle pagina de actuele tekst. Wellicht dat meer belezen herpetologen dan ik onder de talrijke foto's beken-de afbeeldingen aantreffen. Voor mij was dit echter niet niet één foto het geval. 

Ik wil me nog een kritische noot permitteren: ik heb me tijdens het lezen op meer dan één plaats afgevraagd waar de schrijver zijn in-formatie vandaan gehaald zou hebben. Want ongetwijfeld heeft hij bronnen gebruikt die meer interessante gegevens bevatten dan er binnen het kleine bestek van dit boekje gebruikt konden worden. Wat ik dan ook node mis, is een bibliografie. Als de schrijver geabon-neerd is op Litteratura Serpentium en dit dan naar alle waarschijn-lijkheid zal lezen, zou ik hem op deze manier willen uitnodigen andere lezers en mij mededeling te doen van zijn bronnen. 

Tot slot nog een opmerking over de aanleiding van het verschijnen van dit boekwerkje: de opening van het Aziëhuis in het Noorder Dierenpark. In dit Aziëhuis is ruim plaats gemaakt voor enkele tien-tallen slangen (de honderd waarvan in Met gespleten tong sprake is heb ik er niet geteld). De dieren zijn ondergebracht in erg ruime terraria die overdadig zijn ingericht. Zo zeer zelfs, dat men er een hele klus aan heeft om bijvoorbeeld een vijftal Trimeresurus albo-labris in een royaal van groen voorzien terrarium van enkele kubieke meters te ontdekken.

 
De expositie omvat naast levende have ook een educatief gedeelte: in vitrines wordt de leek op heldere wijze geïnformeerd over tal van herpetologische zaken en dat op een wijze die ook op alle andere plaatsen in het Noorder Dierenpark wordt gepraktiseerd en die deze dierentuin - ik zei het al - in mijn ogen tot de allerbeste maakt die ik ken. Daar het erg druk was op het moment dat ik het Noorder Die-renpark bezocht, heb ik niet álles op mijn gemak kunnen bekijken. 

De in kringen van Litteratura Serpentium niet onbekende Eddy Even (Even, 1989, 2x) zwaait de scepter op deze afdeling. Zijn enthou-siasme en vakkundigheid staan er naar mijn overtuiging borg voor, dat de aantrekkelijkheid van het Azië- en Afrikahuis (waar men o.a. Pythons en Dasypeltis aantreft) op het huidige hoge peil gehand-haafd zal blijven of zo mogelijk nog zal stijgen. 


Literatuur
Even, E., 1989. 'Verzorging en herhaalde kweek van de groene rattenslang (Gonyosoma oxycephala)'. Litteratura Serpentium, 9, 1989, 145-155. 
Even, E. en Pijnappel, G., 1989. 'Is Vipera lebetina schweizeri nachtactief bij warm weer?' Litteratura Serpentium, 9, 1989, 215-217. 
Zimniok, Kl., 1984. Die Schlange, das unbekannte Wesen. Hannover. 

Eerder verschenen in Litteratura Serpentium 12, 1992, 118-110.

De mens als prooi

 

In Litteratura Serpentium jaargang 30 (2010), heeft Ruud de Lang een interessante bijdrage geschreven over rampzalige ontmoetingen tussen mens en reuzenslang. Uit recente berichtgeving blijkt dat zijn artikel van toen nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Onderstaande verschrikkelijke gebeurtenissen moeten dan ook gezien worden als een bescheiden toevoeging aan zijn lange lijst van gevallen, die liep tot aan 2010.

 

In The Guardian van 26 oktober 2022 berichtten Rebecca Ratcliffe en Reno Surya over een 54-jarige plantagewerkster op Sumatra, die ten prooi was gevallen aan een python van zo’n zeven meter. Jahrah, zoals de vrouw heette, was ’s morgens naar haar werk vertrokken, maar ’s avonds niet teruggekeerd naar huis. Haar man rapporteerde haar vermissing en ging naar haar zoeken. Op de plek waar ze gewoonlijk werkte, trof hij enkele attributen van haar aan: haar sandalen, haar hoofddoek,  jasje en de gereedschappen die ze gebruikte voor haar werk. Hij alarmeerde anderen en niet al te lang daarna ontdekten ze vlak bij de plaats waar de vrouw was verdwenen, een python. Het dier werd er al snel van verdacht iets te maken te hebben met de verdwijning van de vrouw, en nadat het was gevangen, troffen ze de vrouw inderdaad in de maag van het dier aan. Normaliter prederen pythons op kleinere prooien en zijn menselijke slachtoffers zeldzaam. Er is waarschijnlijk sprake geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden: een hongerige python van een behoorlijke lengte en een potentiële menselijke prooi, die wellicht qua postuur geen probleem heeft opgeleverd; of mogelijk heeft de vrouw de python tijdens haar bezigheden verstoord, daardoor een schrikreactie bij het dier teweeggebracht, met rampzalige gevolgen.

 

De schrijvers memoreren in hetzelfde artikel een voorval uit 2018, waarbij een reusachtige python op het eiland Muna bij Sulawesi een vrouw had verzwolgen. Ze was haar tuin in gegaan die aan de voet van een rots lag, waarvan het bekend was dat slangen in de grotten ervan leefden. In 2017 was een boer op Sulawesi ook slachtoffer geworden van een hongerige python. Olivier en Hope vermelden beiden ettelijke, deels dezelfde, verhalen over mensetende slangen. Soms zijn het verhalen van ‘horen zeggen’ – met alle onbetrouwbare gevolgen vandien, maar er is ook sprake van verslagen die gerenommeerde herpetologen hebben opgetekend en die daarom geloofwaardiger zouden moeten zijn. Vaak blijken mensen inderdaad wel eens te zijn opgegeten door pythons of anaconda’s, maar evenzovele keren hebben dergelijke slangen weliswaar mensen gedood, maar hun prooi vervolgens niét verorberd. Dan zou er sprake kunnen zijn geweest van een vergissing van de slang of een onvoorzichtigheid van de mens.

 

Niettegenstaande de vele reportages die berichten over reuzenslangen die mensen eten, zijn herpetologen het er met elkaar over eens, dat slangen weliswaar mensen kunnen doden, maar dat zelden doen. Reuzenslangen kunnen veel grotere prooien dan mensen aan en het is dan ook intrigerend waarom er zo weinig mensen ten prooi vallen aan pythons en anaconda’s. Mensen zijn immers relatief zwak, hebben geen scherpe klauwen en reusachtige kaken om zich te verdedigen. Dat is met de gebruikelijke prooien van pythons en anaconda’s wel anders.

 

Bizar zijn de vele broodje-aapverhalen, die slangenhouders waarschuwen voor slechte intenties van hun reuzenslangen. Internet en Youtube staan er vol mee. Het bizarst is wel het verhaal van een slangenhoudster die met haar python in bed sliep. Het dier zou op enig moment gestopt zijn met eten en zich naast haar uitgerekt hebben, alsof hij haar wilde opmeten. Toen de vrouw met een dierenarts over deze verschijnselen sprak, schrok die, en zou de vrouw gezegd hebben dat haar lievelingsdier voorbereidingen aan het treffen was om haar op te eten. Mensen die méér kennis van slangen dan de dierenarts hadden, ontzenuwden de waarschijnlijkheid van deze verklaring op overtuigende wijze.

 

Er mag één gebeurtenis, gerelateerd aan dit onderwerp, niet onvermeld blijven. Die betreft de actie van Paul Rosolie, die zich uit idealistische overwegingen liet verslinden door een anaconda. Rosolie is al jarenlang werkzaam in het Amazonegebied, en ziet met lede ogen de teloorgang van dat leefgebied van zoveel dieren en planten aan. Hij wilde daar een discussie over uitlokken en riep daarbij de hulp van een anaconda in. Het interview met Paul is terug te vinden op de site van Televizier op de datum 1 december 2014. Het blijkt dat zijn actie de nodige weerstand opleverde en dat een petitie van Discovery om uitzending van de reportage te voorkomen, door 40.000 mensen werd gesteund. Die hadden allemaal medelijden met de slang, terwijl er vanwege de (moedwillig aangestoken) branden in het Amazonegebied, branden waartegen hij nou net met zijn stunt wilde protesteren, tijdens Pauls stunt duizenden slangen verbrandden. Een petitie om het regenwoud te beschermen kreeg  slechts 159 handtekening! Op Youtube is een video te zien waarin de anaconda – het zal wel een exemplaar van Eunectus marinus zijn geweest - weinig moeite schijnt te hebben met het verorberen van zijn belager. Paul Rosolie was gekleed in een speciaal pak met een zuurstofvoorziening en contactmogelijkheden met het team dat kon ingrijpen, en werd pas verzwolgen, nadat hij de anaconda daartoe met pesterijen had uitgenodigd. Hij is al tot zijn middel in de slang verdwenen, als het filmpje stopt. Uit het interview blijkt, dat Paul de nodige beschadigingen heeft opgelopen, maar dat de anaconda weinig last schijnt te hebben ondervonden van zijn ongewilde zwelgpartij. Het was niet de bedoeling van Paul Rosolie om te bewijzen dat reuzenslangen mensen kunnen opeten, maar hij heeft dat met zijn stunt wél gedaan.

 

Literatuur

Bellosa, H., Dirksen L., & Auliya, M., Faszination Riesenschlangen. Mythos, Fakten und Geschichten. München, 2007.

Olivier, James A., Snakes in Fact and Fiction. New York, 1958.

Pope, Clifford. H., The Giant Snakes. The natural History of the Boa constrictor, the Anaconda and the largest Pyhtons. New York, 1961.

Lang, Ruud de, ‘De netpython (Broghammerus reticulatus) en de mens eten elkaar: dieren, eet smakelijk!’ Litteratura Serpentium jaargang 30 (2010) 254-269.

​

Eerder gepubliceerd in Litteratura Serpentium 42 (2022), 163-167.

​

​

​

​

​

bottom of page