The Snake Charmer. A life and Death in Pursuit of Knowledge
Jamie James.
New York, 2008. ISBN: 13-978-1-4013-0213-9. $ 15,-.
Op 12 september 2001, daags na 'nine-eleven', sterft de befaamde her-petoloog Joe Slowinski in de Birmese jungle aan de gevolgen van een beet van een krait. Hij mocht maar 38 jaar worden. Dertig uur lang hebben zijn teamleden tevergeefs getracht hem met mond-op-mondbeademing in leven te houden, terwijl ze de valse hoop koes-teren dat er een helikopter van de Birmese luchtmacht onderweg is om hem naar een hospitaal te brengen.
James beschrijft de aanloop naar Slowinski's bizarre dood uitvoerig. Diens team heeft veel werk aan het determineren en systematiseren van de in de Birmese jungle gevangen reptielen en amfibieën. Eén van de leden is al voor dag en dauw bezig met het sorteren van spe-cies. Als Slowinski informeert naar de inhoud van één van de slan-genzakken, houdt zijn medewerker de zak omhoog en zegt: 'Ik denk dat het een Dinodon is.' Hoewel het nog te donker is om een betrouwbare eerste indruk van de slang te krijgen, steekt Joe zijn hand in de zak om de buit eruit te halen. 'Het is een verrekte krait!', schreeuwt Slowinski als hij zijn hand terugtrekt, terwijl er aan zijn middelvinger een 35 cm lang slangetje hangt. Eerder was een ander exemplaar van Dinodon abusievelijk voor een krait gehouden, wat de vergissing van het teamlid begrijpelijk maakt. Dinodon septentrionalis maakt zich zó fors schuldig aan mimicry, dat zelfs een ervaren herpetoloog een vergrootglas nodig heeft om vast te stellen of er wel of geen uiterst kleine loreale schub aanwezig is, het verschil tussen een onschuldige, vriendelijk gbandeerde Dinodon en een dodelijke krait. Deze vergissing, de nonchalance van Slowinski zelf, de valse hoop op een droge beet, de eerste symptomen, het onvermijdelijke verloop... Het leest allemaal als een thriller. Slowinski's trieste einde begint op pagina 200, maar de lezer heeft er dan al 199 verbazing-wekkende bladzijden op zitten die hem informeren over het storm-achtige leven van een gedreven wetenschapper en onvoorwaarde-lijke slangenliefhebber.
James heeft zijn boek een overzichtelijke indeling gegeven. Het hoofddeel ervan bevat vier subdelen: 'Many-Banded Krait', 'The Snake Charmer', 'The Expedition' en een 'Epilogue'. Het tweede sub-deel vertelt op een boeiende wijze het intensieve leven zoals Slo-winski dat geleefd heeft. Dat doet het door elk hoofdstuk ervan te beginnen met een korte encyclopediebeschrijving van een slang die in een bepaalde fase van Slowinski's leven voor hem van belang is ge-weest. Al gauw wordt duidelijk dat het alfamannetje Slowinski al van jongs af aan gefascineerd is geweest door de natuur in haar algemeen en reptielen in het bijzonder. Hij is een bijzonder getalen-teerde student, die al erg vroeg - aanvankelijk in kleine kring, later veel prestigieuzer – naam maakt met artikelen over velerlei onderwerpen in gerenommeerde tijdschriften. Uiteindelijk zal hij promo-veren op een dissertatie die gewijd is aan de koraalslangen van de Nieuwe Wereld. De aanleiding daartoe en Joe's bezigheden eraan staan beschreven in het hoofdstuk dat toepasselijk de titel 'Central American Coral Snake. Micrurus nigrocinctus' draagt.
Maar Joe Slowinski is vooral bekend geworden door zijn onderzoek aan Aziatische gifslangen. In 2001 was de consensus nog dat achter de wetenschappelijke naam Bungarus multicinctus verschillende kraitsoorten schuilgingen. Er zou uitgebreid veldonderzoek moeten plaatsvinden, waarbij de te verwachten talloze gevangen exemplaren gesystematiseerd zouden moeten worden door een deskundige her-petoloog. Joe Slowinski vond zichzelf de aangewezen man voor deze taak. Als Slowinski, na enkele jaren sappelend als postdoc op diverse universiteiten doorgebracht te hebben, tot assistent-curator van de afdeling herpetologie aan de California Academy of Sciences be-noemd wordt, is dat een gouden moment om zijn idealen te reali-seren. De Academy beschikt over een budget voor veldonderzoek dat miljoenen telt. Joe staat al zó te goeder naam en faam bekend, dat hij carte blanche krijgt. Natuurlijk wordt het Birma. Er zijn immers maar weinig landen die zo slecht in kaart gebracht zijn, zo'n terra incognita vormen voor onderzoekers en zo'n grote verwachtingen op herpetologisch gebied wekken als Birma. Tijdens de eerste expeditie gaat hij vooral op zoek naar de koningscobra, Ophiophagus hannah. Birma betovert Slowinsky. Er zullen nog tien expedities meer naar deze dictatuur volgen.
The Snake Charmer boeit van de eerste tot de laatste letter. Slo-winsky is een uitermate intrigerende persoonlijkheid geweest. Hij hongerde voortdurend naar erkenning, hij was geobsedeerd door zijn carrière, hij leed uiteindelijk steeds meer aan zelfoverschatting – wat hem niet alleen de dodelijke beet van een krait opleverde, maar ook al eerder eens die van een cobra, die minder serieuze conse-quenties had. We lezen over de problemen die zich voordoen, als er een wetenschappelijk expeditieteam van allemaal alfamannetjes sa-mengesteld moet worden, over de kinnesinne die onvermijdelijk een rol gaat spelen als gerenommeerde wetenschappers moeten samen-werken, over de verschrikkingen van de Birmese jungle.
James heeft van een boeiende man een adequate biografie geschre-ven. Zijn werk is uitstekend gedocumenteerd en in een aantrek-kelijke stijl geschreven. Een behoorlijk aantal zwartwit- en kleuren-foto's illustreert dit aantrekkelijk vormgegeven gebonden boek waar-voor Amazon.com maar $ 15,- hoefde te hebben.
Eerder gepubliceerd in Litteratura Serpentium 29 (2009).