Een slang voor een hart
De Amerikaanse misdaadauteur Roger Jon Ellory verraste me in zijn thriller Het kwaad en de rivier, uitgegeven in 2014 bij uitgeverij De Fontein, met de bijzondere rol die hij een slang in de plot laat spelen. In de oever van een rivier wordt het lijk gevonden van een jong meisje dat twintig jaar eerder, in 1954, is verdwenen en nooit is teruggevonden. Het stoffelijk overschot is verrassend goed gecon-serveerd gebleven. De autopsie wijst uit dat ze indertijd moet zijn gewurgd. Maar er komt meer aan het licht: haar borstkas blijkt te zijn opengesneden en weer slordig te zijn dichtgenaaid. Maar de verbijstering van de sheriff en de patholoog-anatoom stijgt ten top, als laatstgenoemde op de plaats van haar hart een mandje aantreft waarin een slang ligt opgerold. Ze heeft de staart in de bek.
Al snel houdt sheriff John Gaines iemand aan van wie hij zeker meent te weten dat hij de moord heeft gepleegd. Die geeft weliswaar toe het dode meisje gevonden te hebben en de hierboven genoemde (mis)handeling te hebben uitgevoerd, maar ontkent haar vermoord te hebben. Dat laatste is ook onwaarschijnlijk, want de twee waren geliefden. Het enige wat hij zegt is: ‘Ik heb gedaan wat ik moest doen!
Tijdens zijn verdere onderzoek stuit John Gaines op een zwarte gevangene die hem precies vertelt hoe en waarom er met het meisje is gebeurd wat er met haar is gebeurd:
‘Je neemt het hart uit, begraaft het elders, op een bepaalde plek, een bepaalde afstand van het lichaam, en dan vervang je het hart door een rieten mandje. In het mandje ligt een slang, zijn staart in zijn bek, en dan naai je ze op een bepaalde manier dicht – dertien hechtingen voor zover ik het me kan herinneren, zes aan de rechterkant, zeven aan de linkerkant, en de draad kruist vijf keer – en daarna begraaf je het lichaam in de buurt van stromend water. En je praat niet over wat je hebt gedaan. Tegen niemand (…) Als je dat doet, is de betovering verbroken en zal de persoon niet worden opgewekt.’ (pag. 297)
Het vermoorde meisje blijkt een Voodoo-ritueel te hebben onder-gaan, waarmee haar vriend haar indertijd heeft trachten ‘op te wekken’.
Enfin, al met al heeft de ontraadseling van de moord uiteraard de nodige voeten in de aarde en is het ook uiteraard niet de voorde-handliggende figuur die hem op zijn kerfstok blijkt te hebben.
Ik vond het leuk om een kousenbandslang, verwerkt tot een Ouro-boros (de slang die haar staart in de bek heeft en zodoende de cy-clische aard van de natuur en de eeuwigheid symboliseert), eens een positieve rol te zien spelen in een cultuur die mij verder onbekend is.