top of page

EEN ONVERWACHTE ONTMOETING MET COLUBER VIRIDIFLAVUS 

'Slangen leiden een verborgen levenswijze. Zelfs wanneer je naar ze op zoek gaat, vind je ze niet.' Waar was het ook al weer, dat ik deze woorden. of woorden van gelijke strekking las of hoorde? Dat slan-gen door deze uitspraak raak getypeerd worden. heb ik tijdens mijn zomervakantje afgelopen jaar proefondervindelijk vastgesteld. Hoe-wel ik mijn adressen er niet speciaal op uitzoek. probeer ik de be-slissing voor een speciale vakantieverblijfplaats altijd in een zo-danige richting te sturen, dat de kans dat ik slangen ontmoet meer dan gemiddeld is. Dat natuurcampings om die reden mijn voorkeur krijgen boven campings met disco's en kienavonden moge duidelijk zijn. Op eerstgenoemde plaatsen in Spanje heb ik dan ook al menig-maal Elaphe longissima, Natrix maura, Malpolon monspessu-lanus en Vipera aspis (?) mogen observeren en soms kunnen foto-graferen.

De gezinssamenstelling maakte het het afgelopen zomer noodza-kelijk, dat we mijn favoriete vakantiebesternmingen een keertje moesten overslaan. Ik had me er dan ook al bij neergelegd, dat ik dit jaar geen slangen te zien zou krijgen. Maar dat viel alleszins mee. Op een wel erg onwaarschijnlijke plaats in het departement Indre et Loire in Frankrijk, een kilometer of 50 onder Tours, bleek Coluber vitidiflavus zich weinig of niets aan te trekken van de toeristen die een bosachtig biotoop met haar deelden. Tientallen tenten stonden aan de rand van een groot grasveld opgesteld. Aan één zijde van dit veld lag een klein bos dat dagelijks betreden werd door tientallen toeristen, omdat men het sanitair erin verstopt had.

Toen ik bij zonnig weer na een bezoekje aan bovengenoemd adres niet de gebruikelijke route naar het tentenveld terug volgde, maar nog wat over overwoekerde paadjes tussen de bomen door wan-delde, kwam ik uiteindelijk bij een open plek terecht. Daar had de zon vrij spel, o.a. in het kniehoge gras. Omdat ik er totaal niet op voorbereid was en ook absoluut geen slangen zo dicht bij mensen verwachtte, schrok ik erg van de tegen de natuurlijke ondergrond onzichtbaar gebleven slang die er plotseling vlak voor mijn voeten in paniek vandoor ging. Als ze zich stil had gehouden, had ik haar vermoedelijk niet opgemerkt. Alles was zo snel in het werk gegaan, dat ik nauwelijks iets gezien had van lengte en kleuren, laat staan van de soort die het betrof.

Eenmaal op de aanwezigheid van een slang in het bos geattendeerd, ging ik de andere dag uiteraard meer gericht op zoek. Voordat ik echter op dezelfde open plaats was beland, wees heftig geritsel op een andere plek in het gras waarmee het paadje omzoomd was aan, dat ik opnieuw een slang verstoorde. Dit keer was ik erop voorbereid en kon in ieder geval de zo typische kleuren van Coluber viridiflavus waarnemen, voordat het dier zich dieper in het struikgewas achter het gras verstopte. De plek in het gras waar het dier had gelegen was nogal platgedrukt. Vermoedelijk was het een vaste zonnebaadplek. In de navolgende dagen ben ik er bij herha-ling in geslaagd een Coluber viridiflavus tijdens het zonnebaden te observeren. Het fotograferen is me moeilijker afgegaan: ondanks een telelens kon ik niet hoog genoeg boven het dier komen om een duidelijke foto te nemen. Op de foto's is vooral gras te zien. 

Nadere inspectie van dat piepkleine, beboste biotoopje maakte ver-der duidelijk, dat er nóg een Coluber viridiflavus aanwezig was en wel tussen de wortels van een boom op een afstand van een meter of vier van de tent van een argeloos ouder echtpaar. Ik heb mijn wetenschap maar voor me gehouden. 

Deze ervaring vind ik om tweeërlei redenen een aardige: allereerst, omdat, tegen mijn verwachting in, slangen in Frankrijk toch tame-lijk dicht bij mensen blijken te kunnen leven, en vervolgens omdat ik deze ontmoeting had op een plaats die aan de uiterste noordelijk rand ligt van het verspreidingsgebied van Coluber viridiflavus zoals dat gegeven wordt volgens Naulleau, (zie verspreidingskaartje). Het verspreidingskaartje van Géniez en Grillet is erg onduidelijk, maar komt op het eerste gezicht overeen met Naulleau (Géniez, Cartes de répartition des espèces). 


Literatuur
Géniez, Philippe et Grillet, Pierre, Les couleuvres et les vipères. Série'Coniment vivent‑ils', volurne 22. Atlas Visuels. Payot Lausanne, 1989.  
Naulleau, G., 1987. Les serpents de France. Revue française d'aquariologie. Mai 1987. Centre d'Etudes Biologiques des Animaux Sauvages. Villiers‑en‑Bois, 79360 Beauvoir‑sur‑Niort.

Eerder verschenen in Litteratura Serpentium 14 (1994), 144-145.

P.S.: Jaren later kwam ik terug op deze camping bij St.-Ustre. Het sanitair was gemoderniseerd, het aantal kampeerders verdubbeld, het bos uitgedund, de ondergroei vernietigd, de slangen verdwe-nen.  Triest.

De mens als prooi

 

In Litteratura Serpentium jaargang 30 (2010), heeft Ruud de Lang een interessante bijdrage geschreven over rampzalige ontmoetingen tussen mens en reuzenslang. Uit recente berichtgeving blijkt dat zijn artikel van toen nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Onderstaande verschrikkelijke gebeurtenissen moeten dan ook gezien worden als een bescheiden toevoeging aan zijn lange lijst van gevallen, die liep tot aan 2010.

 

In The Guardian van 26 oktober 2022 berichtten Rebecca Ratcliffe en Reno Surya over een 54-jarige plantagewerkster op Sumatra, die ten prooi was gevallen aan een python van zo’n zeven meter. Jahrah, zoals de vrouw heette, was ’s morgens naar haar werk vertrokken, maar ’s avonds niet teruggekeerd naar huis. Haar man rapporteerde haar vermissing en ging naar haar zoeken. Op de plek waar ze gewoonlijk werkte, trof hij enkele attributen van haar aan: haar sandalen, haar hoofddoek,  jasje en de gereedschappen die ze gebruikte voor haar werk. Hij alarmeerde anderen en niet al te lang daarna ontdekten ze vlak bij de plaats waar de vrouw was verdwenen, een python. Het dier werd er al snel van verdacht iets te maken te hebben met de verdwijning van de vrouw, en nadat het was gevangen, troffen ze de vrouw inderdaad in de maag van het dier aan. Normaliter prederen pythons op kleinere prooien en zijn menselijke slachtoffers zeldzaam. Er is waarschijnlijk sprake geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden: een hongerige python van een behoorlijke lengte en een potentiële menselijke prooi, die wellicht qua postuur geen probleem heeft opgeleverd; of mogelijk heeft de vrouw de python tijdens haar bezigheden verstoord, daardoor een schrikreactie bij het dier teweeggebracht, met rampzalige gevolgen.

 

De schrijvers memoreren in hetzelfde artikel een voorval uit 2018, waarbij een reusachtige python op het eiland Muna bij Sulawesi een vrouw had verzwolgen. Ze was haar tuin in gegaan die aan de voet van een rots lag, waarvan het bekend was dat slangen in de grotten ervan leefden. In 2017 was een boer op Sulawesi ook slachtoffer geworden van een hongerige python. Olivier en Hope vermelden beiden ettelijke, deels dezelfde, verhalen over mensetende slangen. Soms zijn het verhalen van ‘horen zeggen’ – met alle onbetrouwbare gevolgen vandien, maar er is ook sprake van verslagen die gerenommeerde herpetologen hebben opgetekend en die daarom geloofwaardiger zouden moeten zijn. Vaak blijken mensen inderdaad wel eens te zijn opgegeten door pythons of anaconda’s, maar evenzovele keren hebben dergelijke slangen weliswaar mensen gedood, maar hun prooi vervolgens niét verorberd. Dan zou er sprake kunnen zijn geweest van een vergissing van de slang of een onvoorzichtigheid van de mens.

 

Niettegenstaande de vele reportages die berichten over reuzenslangen die mensen eten, zijn herpetologen het er met elkaar over eens, dat slangen weliswaar mensen kunnen doden, maar dat zelden doen. Reuzenslangen kunnen veel grotere prooien dan mensen aan en het is dan ook intrigerend waarom er zo weinig mensen ten prooi vallen aan pythons en anaconda’s. Mensen zijn immers relatief zwak, hebben geen scherpe klauwen en reusachtige kaken om zich te verdedigen. Dat is met de gebruikelijke prooien van pythons en anaconda’s wel anders.

 

Bizar zijn de vele broodje-aapverhalen, die slangenhouders waarschuwen voor slechte intenties van hun reuzenslangen. Internet en Youtube staan er vol mee. Het bizarst is wel het verhaal van een slangenhoudster die met haar python in bed sliep. Het dier zou op enig moment gestopt zijn met eten en zich naast haar uitgerekt hebben, alsof hij haar wilde opmeten. Toen de vrouw met een dierenarts over deze verschijnselen sprak, schrok die, en zou de vrouw gezegd hebben dat haar lievelingsdier voorbereidingen aan het treffen was om haar op te eten. Mensen die méér kennis van slangen dan de dierenarts hadden, ontzenuwden de waarschijnlijkheid van deze verklaring op overtuigende wijze.

 

Er mag één gebeurtenis, gerelateerd aan dit onderwerp, niet onvermeld blijven. Die betreft de actie van Paul Rosolie, die zich uit idealistische overwegingen liet verslinden door een anaconda. Rosolie is al jarenlang werkzaam in het Amazonegebied, en ziet met lede ogen de teloorgang van dat leefgebied van zoveel dieren en planten aan. Hij wilde daar een discussie over uitlokken en riep daarbij de hulp van een anaconda in. Het interview met Paul is terug te vinden op de site van Televizier op de datum 1 december 2014. Het blijkt dat zijn actie de nodige weerstand opleverde en dat een petitie van Discovery om uitzending van de reportage te voorkomen, door 40.000 mensen werd gesteund. Die hadden allemaal medelijden met de slang, terwijl er vanwege de (moedwillig aangestoken) branden in het Amazonegebied, branden waartegen hij nou net met zijn stunt wilde protesteren, tijdens Pauls stunt duizenden slangen verbrandden. Een petitie om het regenwoud te beschermen kreeg  slechts 159 handtekening! Op Youtube is een video te zien waarin de anaconda – het zal wel een exemplaar van Eunectus marinus zijn geweest - weinig moeite schijnt te hebben met het verorberen van zijn belager. Paul Rosolie was gekleed in een speciaal pak met een zuurstofvoorziening en contactmogelijkheden met het team dat kon ingrijpen, en werd pas verzwolgen, nadat hij de anaconda daartoe met pesterijen had uitgenodigd. Hij is al tot zijn middel in de slang verdwenen, als het filmpje stopt. Uit het interview blijkt, dat Paul de nodige beschadigingen heeft opgelopen, maar dat de anaconda weinig last schijnt te hebben ondervonden van zijn ongewilde zwelgpartij. Het was niet de bedoeling van Paul Rosolie om te bewijzen dat reuzenslangen mensen kunnen opeten, maar hij heeft dat met zijn stunt wél gedaan.

 

Literatuur

Bellosa, H., Dirksen L., & Auliya, M., Faszination Riesenschlangen. Mythos, Fakten und Geschichten. München, 2007.

Olivier, James A., Snakes in Fact and Fiction. New York, 1958.

Pope, Clifford. H., The Giant Snakes. The natural History of the Boa constrictor, the Anaconda and the largest Pyhtons. New York, 1961.

Lang, Ruud de, ‘De netpython (Broghammerus reticulatus) en de mens eten elkaar: dieren, eet smakelijk!’ Litteratura Serpentium jaargang 30 (2010) 254-269.

​

Eerder gepubliceerd in Litteratura Serpentium 42 (2022), 163-167.

​

​

​

​

​

bottom of page