top of page
Na twintig jaar weer 'n expositie

 

Helmonds Dagblad, 7 december 1977.

 

Ze hebben Sjef van der Voort zover gekregen, dat hij gaat ex­poseren. Zijn vorige expositie dateert al weer van zo'n twintig jaar geleden. Ook toen werd aandrang uitgeoefend. Bij de officiële opening van de Lucas Galerij waren in dat winkel­centrum nog niet alle ruimten verhuurd.

Geen gezicht vond men. Sjef van der Voort zou toen samen met   kunstbroeder Sjef van Schaik tijdelijk een ruimte vul­len met schilderijen.

Is het bescheidenheid, die on­wil om te exposeren? Sjef van der Voort heeft er niet direct een verklaring voor. Later zal hij in een vraaggesprek in zijn woning aan de Itterestraat in Helmond zeggen: 'Ik hou wel van mensen om me heen, maar dan als waarnemer, als toe­schouwer. Zelf sta ik niet graag in het middelpunt van de be­langstelling.' Als toeschouwer zat hij vroeger in het Gare du Nord te Parijs. Uren lang werd hij daar geboeid door de men­sen. Hoe ze de trein uitstapten, hoe ze sjouwden met de koffers en hoe ze bij de controle kwa­men. Sjef van der Voort nam dat allemaal in zich op. Later zou hij in Eindhoven gaan kij­ken hoe op de Emmasingel mensen bij honderden tegelijk de poorten van Philips uitge­spuwd werden.

Sjef van der Voort, de toe­schouwer, trekt er van tijd tot tijd op uit. Op zoek naar plek­jes, die hij mooi vindt. Dan maakt hij schetsen. Later, soms zelfs vele jaren later, zal hij ze schilderen. Met de techniek van de impressionist en met toevoe­ging van zijn eigen gedachten. In een landschap zal hij een boer met een paard of een vis­ser schilderen.

Tussen de schilderijen van Sjef van der Voort zijn vele straatgezichten. Stukjes Parijs of een stadsgezicht van een plaats in België. Plekken, die even mooi als naamloos zijn. Sjef van der Voort, de toe­schouwer, heeft het vastgelegd. Hij heeft het bewaard. Soms letterlijk, want in zijn huis staan schilderijen die niet te koop zijn. Teveel heeft hij in het verleden met tegenzin van de hand gedaan; van de hand moeten doen eigenlijk.

Vanwaar die hang naar plaatsjes in België of Parijs, zoals Sjef die zo vaak geschil­derd heeft? Zijn grootmoeder was een Française en zijn vader een Belg. Het was Sjef's vader, die hem naar de academie in Brus­sel stuurde, toen hij hoorde, dat zijn zoon kunstenaar wilde worden. Na 'Brussel' ging Sjef als schilder werken in Parijs. Halverwege de jaren dertig brachten de moeilijke tijden en een verlangen naar huis hem weer in deze contreien. Voor zijn vader heeft Sjef een tijd­lang gewerkt als huisschilder, waarbij men hem het moeilij­kere werk (zoals imitatie-mar­mer schilderen) liet doen. 's Zomers lieten de mooie plek­jes in het zuiden hem echter niet met rust. Dan fietste Sjef van der Voort door België en Frankrijk. En onderwijl schil­deren natuurlijk.

Na de oorlog trouwde Sjef van der Voort. Tijd om geld te verdienen dus. Dat bracht hem ertoe om ook voor reclame­doeleinden te schilderen. Hij moest wel, want het echte schil­deren leverde niet genoeg op.

Nee, in de contraprestatie wilde de Helmondse schilder nooit. Dan zou hij eigentijds werk moeten schilderen. En dat zou dan betekenen, dat Sjef van der Voort helemaal niet meer zou maken waar hij zin in had. Wel heeft hij in opdracht ge­werkt. Onder meer gebrand­schilderd glas-in-lood en muur­schilderingen, vooral in kerken. Die tijd is voorbij. Van de Kerk komen geen opdrachten meer. Een maand heeft Sjef van der Voort eens gewerkt in de Heilig Hartkerk in Eindhoven. Nu ge­ven op de gevel meer dan le­vensgrote Walt Disney-figuren aan, dat hier een speelpaleis is voor de jeugd. Sjef van der Voort schudt het hoofd: 'Die serene rust van de kerken vroe­ger, die vind je niet meer.' Kerken zijn rechthoekige ge­bouwen geworden. Ze spreken dan ook niemand meer aan.

Sjef van der Voort, die alles waarneemt met het oog van de kunstenaar, zag veel verdwij­nen om plaats te maken voor dingen, die hij - als kunstenaar - verfoeit. Hoe hij het allemaal zag en ziet, kan nu iedereen waarnemen.

Sjef van der Voort exposeert in De Vierspan in Deurne. Van­af vrijdag-avond zeven uur, wethouder Van Laarhoven ver­richt dan de officiële opening, zijn daar schilderijen, aquarel­len, tekeningen en gebrand­schil-derd glas-in-lood te zien. De tentoonstelling blijft er tot en met dinsdag. Vrijdag, zater­dag en maandag kan men die tot tien uur 's avonds zien; zondag en dinsdag tot zes uur.

bottom of page