Leven in teken van kunst
Hans van de Ven
Eindhovens Dagblad, vrijdag 16 februari 2018
Hij was reclameontwerper, maar de echte passie vond Sjef van der Voort in schilderen, tekenen en glas-in-lood maken. Ook zwervend door Frankrijk. 'Als het daar te bar werd, keerde hij terug naar Deurne.'
Hans van de Ven h.vdven@ed.nl
Mierlo Als driejarig stond hij al met een kwast en een palet in zijn hand. Een foto levert het bewijs: Sjef van der Voort (1914-1990) - opgegroeid in Deurne, later verhuisd naar Helmond - was zijn hele leven kunstenaar. Hij legde de Peel vast, maar ook taferelen in Franse dorpjes. Een deel van zijn werk is momenteel te zien in Kunstzaal Dommeldal in Mierlo.
Van der Voort zou op zijn vijftiende al lid zijn geweest van de Eindhovense Schets-club. Leden daarvan kwamen wekelijks bij elkaar om naaktmodellen te tekenen. ‘Sjef zat op kostschool in Eindhoven. Zijn vader runde een schildersbedrijf in Deurne’, zegt Marcel van der Voort. Hij is een van de twee zonen van Sjef. Na de hbs ging Sjef van der Voort naar de Academie voor Schone Kunsten te Brussel en vervolgens naar Parijs, waar hij in dienst trad in een atelier. ‘Later leidde hij in Frankrijk een zwervend bestaan. Hij trok per fiets door het land, tot het zuiden aan toe, om tekeningen en aquarellen te maken. Als het te bar werd, ging hij voor even terug naar Deurne om in het bedrijf van zijn vader te werken.’
Ook in de oorlog ging Sjef naar Frankrijk, weet zijn zoon. ‘Ik heb daar recent tekeningen van gevonden. Hij was daar met een groep Deurnese jongens, onder wie zijn broer Frans, met de bedoeling om door te reizen naar Engeland, maar dat is niet gebeurd. Ze kwamen terug en mijn vader dook onder in het Limburgse plaatsje Honthem. Waarschijnlijk om te voorkomen dat hij in Duitsland moest werken.’
Van de kunst viel niet te leven. ‘De pastoor waarschuwde mijn moeder al: “Meisje meisje, moet je wel met een kunstenaar trouwen?” Maar mijn vader begon een reclame- en ontwerpbureau aan de Marktstraat in Helmond. Wij woonden zelf in de Itterestraat.’
Verkopen
Zijn passie bleef het tekenen en schilderen. Ook bekwaamde hij zich in de glazenierskunst. Hij maakte voor kerken, kloosters en particulieren gebrandschilderde glas-in-loodramen. Bij zijn overlijden in 1990 liet Van der Voort honderden werken achter. Dat waren er nog meer geweest, als zijn vrouw niet had ingegrepen: ‘Mijn vader wilde nooit exposeren en verkopen. Daar was hij als de dood voor. Het had te maken met een gebrek aan zelfvertrouwen. Maar moeder werd helemaal gek van al die werken in huis. Het stond helemaal vol. Zij oefende druk op hem uit. De eerste expositie was in De Vierspan in Deurne. De wethouder van Cultuur zou de opening verrichten. Mijn vader was de hele week zenuwachtig, had de zaak het liefst afgeblazen. Het werd een succes, hij verkocht bij het leven. Dat monterde hem op. Maar volgende exposities mochten alleen in de Vierspan. Daar trof hij vrienden van vroeger.’
Voor Marcel van der Voort is vader Sjef een tweede keer gestorven, in artistieke zin. Zo omschrijft hij het drama dat zich voltrok in 2009, waarbij een deel van de collectie verloren ging en andere werken zwaar beschadigd raakten. Het gebeurde in het huis van Marcel in Frankrijk. Door een gesprongen hoofdwaterleiding spoelde het zand onder het fundament weg. Daardoor zakte een deel van de voorgevel in een groot gat. Het deel waar hij een bibliotheek had. Twee dikke schetsboeken van vader uit zijn academieperiode verdwenen.
Het werd nog erger: de autoriteiten vonden het instortingsgevaar te groot en besloten de kamers op de eerste etage en bovenverdieping die boven het gat hingen, uit voorzorg af te breken. Zonder overleg. Daar lagen meer dan honderd werken. ‘Al bij de eerste hap die de grijper uit het pas gerestaureerde dak nam, vielen de eerste schilderijen. Door een tweede ruk van de grijper volgden er meer. Als oud vuil vielen ze voor de rupsbanden van de kraan, op de zandhopen die er waren gestort,’ zo omschrijft Marcel het in een column die hij hierover maakte.
Pas toen begrepen de Fransen dat ze te rigoureus te werk gingen. Het werd een verzekeringskwestie. ‘Die is nog steeds niet afgerond.’ Tot die tijd kan Marcel van der Voort de beschadigde werken niet laten herstellen. Er is gelukkig nog genoeg over om te exposeren. Daarvan zijn er 25 te zien in Mierlo. ‘Onder andere dorps- en straatgezichten uit Frankrijk, boerderijen uit Deurne en Mierlo en schilderijen die het harde leven van de Peelwerker laten zien’
De expositie loopt tot 1 april.